Glossary entry

Flemish term or phrase:

in boelingschap wonen

English translation:

to live together in an adulterous relationship

Added to glossary by Timoshka
Jan 12, 2016 08:44
8 yrs ago
1 viewer *
Flemish term

boelingschap

Flemish to English Social Sciences Social Science, Sociology, Ethics, etc.
In some police records from the city of Antwerp, Belgium (dating from the 1920s and 1930s), there are many references made to a particular American businessman (claiming to be divorced) who was living "in boelingschap" with a married woman from Poland. Any ideas about how to translate this word in this context?

Discussion

Michael Beijer Jan 12, 2016:
da's duidelijk Wolters’ Handwoordenboek Nederland-Engels (20e druk, 1994):

boeleren = commit adultery, whore
Michael Beijer Jan 12, 2016:
"in boelingschap wonen" seems to mean: … a woman (whether married or not), living together with a man (who is usually married), (out of wedlock, obviously)

aka "adultery"
Michael Beijer Jan 12, 2016:
hmm, still not happy Will leave my answer up, but am not entirely sure what the concept of "in boelingschap wonen met iemand" means. That is, whether it is more than just two people "living together out of wedlock" (as I stated in my answer), and actually means: a man (given the context is the 1920s and 1930s), who is married, but who is living together with another woman, in another house, in adultery.
Michael Beijer Jan 12, 2016:
solved my own problem, by reading my own ref more carefully:

"in ongunstigen zin. Eene vrouw, hetzij gehuwd of ongehuwd, die buiten echt met een man ”leeft”, verboden omgang heeft, inzonderheid met een gehuwden man; minnares, bijzit, bijwijf."
Michael Beijer Jan 12, 2016:
hmm am now not sure whether "in boelingschap wonen" means

(1) to live together out of wedlock; to live together without being married
or
(2) to live together out of wedlock; to live together without being married, where one of the people is already married

@Timoshka: any more (Dutch) context?
Michael Beijer Jan 12, 2016:
love this old stuff: boelhouder, iemand die er eene boel op nahoudt, misschien voor de aardigheid naar aanleiding van Boe(de)lhouder gevormd (”Ghy Overspeelders ende Boelhouders die met vreuchden victorie roept als ghy een Mans Wijf of een Vrouwe ten val brengt

(http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M0097... )

Proposed translations

2 hrs
Flemish term (edited): in boelingschap wonen
Selected

to live together in an adulterous relationship

My second try.

--------------------------------------------------
Note added at 2 hrs (2016-01-12 10:58:46 GMT)
--------------------------------------------------

i.e. boelingschap = adultery

see also:
Wolters’ Handwoordenboek Nederland-Engels (20e druk, 1994):
boeleren = commit adultery, whore
Something went wrong...
4 KudoZ points awarded for this answer. Comment: "Thanks!"
52 mins
Flemish term (edited): in boelingschap wonen aka ongehuwd samenwonen

to live together out of wedlock; to live together without being married

JurLex:
ongehuwd samenwonen =
to live together without being married
to live together out of wedlock
to cohabit without being married

ongehuwd samenwonen =
to live together without being married
to cohabit without being married
Something went wrong...

Reference comments

46 mins
Reference:

refs

http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M0097...

boel, — voorheen ook BOELE:

1. In toepassing op mannen. […]
2. In toepassing op vrouwen.

↪a. Zonder ongunstige bedoeling. Lief(je), geliefde, vrijster. Vaak in verkleinvorm, b.v. in Statenb., Richt. 5, 30 [ed. 1688], gelijkgesteld met meisken, liefken.

↪b. In ongunstigen zin. Eene vrouw, hetzij gehuwd of ongehuwd, die buiten echt met een man ”leeft”, verboden omgang heeft, inzonderheid met een gehuwden man; minnares, bijzit, bijwijf.

↪— Soms in toepassing op eene slavin of meid.

--------------------------------------------------
Note added at 47 mins (2016-01-12 09:32:18 GMT)
--------------------------------------------------

"Leo Bijl: Ik heb namelijk een vreemdelingendossier van de Antwerpse politie uit 1925/6 waar dat staat over een paar, beiden Nederlands, zij ongehuwd, hij zijn gezin verlaten (smakelijke details van het leven), en ze wonen samen op hetzelfde adres. Is 'boeling' zoiets als 'boedel'/huishouding?

Ruud Poortier: Op Google vond ik een Belgische vakbondsblad, waaruit ik opmaak dat bij boelingschap de man en vrouw gescheiden leven, een soort van-tafel-en-bed dus, want het huwelijk is dan (nog) niet ontbonden.
Van Dale geeft voor 'boelin' = overspelige vrouw, minnares. Sterkte ermee!

Leo Bijl: Aha, dat is een leuke aanwijzing, want daarmee kon ik er in het WNT* weer wat van terugvinden, waar gesproken wordt van dartele en onkuijsche minnarijen, enz. Verrast
Dat klopt dan wel, want hij heeft zijn gezin verlaten om met haar in boelingschap te leven, aldus de politiecommissaris. Concubinaat.
Ze krijgen nog een kind ook, en er staan pasfotootjes op het formulier.
Het was maar een wilde boel daar, lollig." (https://www.stamboomforum.nl/genealogie/2/38457/0/wat_is_boe... )

--------------------------------------------------
Note added at 49 mins (2016-01-12 09:34:27 GMT)
--------------------------------------------------

"Voordat ze trouwen wonen ze "in boelingschap" (ongehuwd samenwonen) in de Schaafstraat in Antwerpen."

(https://www.genealogieonline.nl/en/genealogie-van-dijk/I867.... )

--------------------------------------------------
Note added at 58 mins (2016-01-12 09:43:09 GMT)
--------------------------------------------------

leuk om te weten:

"Afl. Boeleeren, boelen, boelin, boelschap (zie die woorden). Geboel(e), hetzelfde als Boel 2, b), verg. GE-, III, 6, b) (”Des by-slaeps speel-ghenood … Maeckt van een anders gaed zijn dertele gheboele”, rodenburgh, Melib. 2, 28 ).

Samenst. In de bet. 2, b). Boelgenoot, medeminnaar (”Dat's Thraso, den Soldaet, uws broeders boel-genoot”, westerbaen, Ged. 2, 257 [1663])
boelhouder, iemand die er eene boel op nahoudt, misschien voor de aardigheid naar aanleiding van Boe(de)lhouder gevormd (”Ghy Overspeelders ende Boelhouders die met vreuchden victorie roept als ghy een Mans Wijf of een Vrouwe ten val brengt”, coornhert 1, 242 b [1564]); evenzoo boelhuis, ”Hoerhuys”, hexham.

— In den vorm van 't verkl. Boelkenskruid (zie ald.).
— Als tweede lid. In de bet. 1, b) en 2 b). Bijboel, medeminnares (”Niet door liefde, maar door geweld heeft zij gezegevierd over haar bijboel”, h. peeters, in Ned. Museum, 3de Reeks, 3, 146 )
medeboel, medeminnaar (”Hij (hadde) nevens andere medeboelen, doorgaansche omgang … met de edele hoer Thais”, oudaan, Agrippa, 263 )
volksboel, vorstenboel (”alles … drinkt zich dronken aan den gruwbren tooverbeker Der Volks-, en Vorstenboel”, bild. 5, 217 [1822]; verg. Openb. 17, 2—4)." (http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M0097... )

--------------------------------------------------
Note added at 1 hr (2016-01-12 10:24:22 GMT)
--------------------------------------------------

Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal (14e editie, 2005):

boeleerder:
1·(verouderd) (overspelige) minnaar
vrouw: boeleerster
synoniem: boel

boeleerster:
1· zie boeleerder (1)

boel: (verouderd) overspelige man of vrouw
Something went wrong...
Term search
  • All of ProZ.com
  • Term search
  • Jobs
  • Forums
  • Multiple search